Met zijn 20 minuten durende kortfilm Cassandra Venice vist Leuvenaar Hugo Teugels naar erkenning als filmregisseur. Momenteel reist hij langs filmfestivals in binnen- en buitenland. Want een film maken is één ding; ze onder de aandacht brengen is een heel ander verhaal. Tussen twee festivals in troffen we Hugo in het hartje van Brussel. Wat volgde was een boeiende monoloog over Cassandra Venice, zijn dromen, verwachtingen, en visie op het filmmedium. Lees hier wat deze gepassioneerde visueel kunstenaar te vertellen heeft.
Lees het volledige interview in pdf-formaat door op de bovenstaande link te klikken
Igor Vandenberghe (LifeBytes Magazine): Kortfilms krijgen vaak minder aandacht dan bioscoopfilms. Wat maakt Cassandra Venice volgens jou bijzonder?
Hugo: Cassandra Venice is een diep symbolische kortfilm. Het verweeft metaforen en mythologische elementen om de interne conflicten en externe crisissen van de mens te onderzoeken, met name de dreiging van klimaatverandering.
Dat klinkt indrukwekkend. Hoe is het idee ontstaan?
Ik kom al jaren naar het Filmfestival van Venetië. De stad fascineert me, vooral 's nachts. Wanneer ik me ’s avonds per watertaxi verplaatste, voelde ik de mystieke stilte van het nachtelijke Venetië. Het voelt als een labyrint waarin je verloren loopt, met echo’s van je eigen voetstappen. Die sfeer wilde ik vastleggen. Dat heb ik gekoppeld aan een verhaallijn over klimaatproblematiek, maar op een subtiele manier. De boodschap zit verwerkt in symboliek, zoals de kleuren van de kleding van het hoofdpersonage: blauw en rood. Dat roept vragen op bij de kijker, en dat was precies mijn bedoeling.
En wat betreft klimaatverandering: we zijn in gevaar, maar beseffen het nog niet volledig.
Hoe verliep de productie?
(Lachend) Chaotisch! Het oorspronkelijke verhaal schreef ik in 2021, en de film namen we op in 2022. In 2023 zat ik met een ruwe versie van 1 uur en 20 minuten. Maar dat is een langspeelfilm, en Cassandra Venice moest een kortfilm blijven. Voor het Filmfestival van Venetië moest alles teruggebracht worden naar 20 minuten, de maximumduur voor een kortfilm daar.
Heb je overwogen om er een langspeelfilm van te maken?
Nee, want de huidige verhaallijnen werken niet in een lange versie. Als ik dat zou willen, moet ik van nul beginnen. Nieuwe opnames, nieuw scenario, nieuw alles. En dat vraagt geld en een producer die geïnteresseerd is. Bij een kortfilm behoud ik volledige creatieve vrijheid. Ik doe alles zelf: scenario, camerawerk, geluid, montage en financiering. Bij een langspeelfilm ben je afhankelijk van een heel team.
Men kan niet om Polli Cannabis heen in Cassandra Venice. Hoe kwam je bij haar terecht?
Ik had haar al opgemerkt op de rode loper in Cannes. Ze heeft een enorme presence. Polli was meteen mijn eerste keuze. Ik raapte al mijn moed bijeen en vroeg haar of ze wilde samenwerken. Gelukkig was ze geïntrigeerd. Ik kon haar ook eerdere kortfilms tonen, en alles viel op zijn plaats toen ze aanwezig bleek te zijn op het Filmfestival van Venetië. Daar stemde ze toe.
Kun je leven van je films?
(Lachend) Was dat maar waar. Ik werk als payroll consultant voor multinationals. Ik zorg ervoor dat mensen hun loon krijgen. Dankzij losse contracten heb ik enige vrijheid om aan films te werken.
Welke regisseurs inspireren je?
Vooral mysterieuze films spreken mij aan. Denk aan The Sixth Sense. Regisseur M. Night Shyamalan fascineert me met zijn onverwachte plotwendingen, zoals ook in Unbreakable en The Village. Daarnaast inspireren David Lynch en Christopher Nolan me. Hun films vragen denkwerk en worden nooit hapklaar geserveerd. Mijn all-time favorite? Steven Spielberg, omdat zijn oeuvre zo veelzijdig is.
Als ik me niet vergis, begon je als fotograaf?
Inderdaad. Mijn liefde voor kortfilms begon met mijn liefde voor stilstaande beelden. Ik volgde lessen fotografie aan de academie en raakte vooral gefascineerd door het spelen met beelden. Maar digitale nabewerking haalde voor mij de ziel uit fotografie. Daarom besloot ik over te stappen naar film. Wie een film bekijkt, weet tenminste dat de beelden gemanipuleerd zijn. Daarnaast was ik meer dan vijftien jaar muziekrecensent voor filmmuziek op de radio. Die passie voedde mijn interesse in het filmmedium verder.
Welk onderdeel van het filmmaken spreekt je het meest aan?
Moeilijk te zeggen. (Denkt even na) Misschien wel het filmen zelf. De adrenaline giert door je lijf, zeker omdat ik nooit toestemming vraag om te filmen. In steden als Los Angeles, Venetië en New York heb ik altijd zonder permit gewerkt. Het voelt als guerrillafilmen. Een officiële permit vraagt niet alleen veel papierwerk, maar ook een klein fortuin.
Daarnaast vind ik de montage geweldig. Ik weet waar ik heen wil en kan ongestoord spelen met ritme en dynamiek. Ideeën genoeg: ik heb een schriftje vol met ruim 500 concepten die wachten op uitwerking.Het hele proces fascineert me, van idee tot afgewerkte kortfilm. Maar het is tijdrovend: scenario’s schrijven, locaties zoeken, acteurs casten. Dat doe ik allemaal alleen. Ik heb wel eens een filmcursus gevolgd aan de NY Filmacademie, vooral om mijn CV wat meer kleur te geven voor de Amerikaanse markt. Tijdens die tijd in New York heb ik The Queen geregisseerd, een Film Noir geïnspireerd door The Dark Knight en The Others.
Wat brengt de toekomst?
Ik heb net een nieuw scenario geschreven. Deze kortfilm speelt zich af in Spanje en draait rond een kunstenares die Lynch-achtige schilderijen maakt. Ik heb zowel de locatie als de actrice al in gedachten.
Daarnaast werk ik aan AnoMiC, een experimenteel project met opnames in vier verschillende steden. Misschien maak ik er één verhaal van, misschien iets anders.Natuurlijk droom ik ervan ooit een langspeelfilm te maken, maar het kortfilmgenre blijft mijn grote liefde. Toch weet ik dat een langspeelfilm andere uitdagingen biedt, zoals samenwerken met een groot team. Of ik dat kan en wil, weet ik nog niet. Ik laat alles op me afkomen.
Nood van de redactie: bij publicatie van dit interview heeft Cassandra Venice reeds 47 verschillende prijzen binnengerijfd, waarover meer in een volgend artikel
Igor Vandenberghe
Comments