top of page

Reisverslag: Bonaire

Igor Vandenberghe

Begin juni verkende ik tijdens een 6-daagse trip het Caribische eiland Bonaire. Samen met Aruba en Curaçao behoort Bonaire tot de zogenaamde ABC-eilanden, een eilandengroep met Nederlandse roots, maar gelegen in de Caraïben. Het is een droombestemming voor iedereen die houdt van watersporten en lekker chillen. Lees; niks moet, alles kan.




Download het volledige artikel in pdf-vorm door op de link hierboven te klikken


Ter plaatse huur ik een pick-up. Kwestie om op een comfortabele wijze het eiland te ontdekken. Want weinig kans op verveling op Bonaire. Volg de gids.

 

Mijn vlucht vanuit Amsterdam richting Bonaire landt netjes op tijd – om 20 uur stipt – op Flamingo Airport. Van daaruit gaat het rechtstreeks naar mijn eerste hotel, Bamboo Bonaire, een gezellig boetiekhotel aan de rand van de hoofdstad Kralendijk.

 

Na een te korte nacht – die dekselse jetlag toch – huur ik een pick-up bij een verhuurder in de buurt van de luchthaven. Waarom een pick-up? Op Bonaire worden bijna geen andere wagens verhuurd. Handig, vooral voor wie net als ik op comfortabele wijze het ganse eiland wilt verkennen.

 

Het Washington Slagbaai National Park

 

Mijn pick-up bewijst meteen zijn troefkaarten bij mijn bezoek aan het Washington Slagbaai National Park, een immens natuurpark dat de gehele noordkant van het eiland bestrijkt. Het park is 4286 hectare groot en bestaat uit een heuvelachtig terrein vol cactuswouden, aloëvelden, zoutmeren, kalksteengrotten, zandduinen, pittoreske baaien en verlaten zandstrandjes. Kortom; er valt van alles te ontdekken en te zien – om dan nog maar te zwijgen van de vele panoramische vergezichten.

 

Er leiden twee routes doorheen het park, eentje van 24 km en een langere van 35 km. Doe net als ik, en neem die langere route. Reken op zijn minst een forse halve dag – en dan nog – want de weg is ‘bumpy’ en leidt van het ene prachtige vergezicht naar het andere.

 

Onderweg is het voluit genieten van het wisselende parcours. Daarbij rijd ik de ene keer een steile helling op, stop ik de andere keer aan de rand van een binnenmeer of las ik een fotopauze in. Bij het strand van Boka Slagbaai daal ik af richting Caribische Zee, waarna ik al snorkelend het azuurblauwe water verken. Onderweg picknick ik met zicht op de zee. Voorzie bij een bezoek aan dit natuurpark voldoende water en ook een picknick, want zoek hier niet naar strandbars, laat staan restaurants of eettentjes.  

 

Moe maar voldaan plof ik mij in de late namiddag neer op het terras van mijn bungalow. ’s Avonds pik ik in restaurant Rum Runners – net tegenover mijn hotel – nog de Sunset mee. Rum Runners is trouwens een prima visrestaurant. Met zeezicht. Meer moet dat trouwens niet zijn. De avond valt op Bonaire overigens zeer vroeg… of dan toch in vergelijking met Europa.

 

Sorobon Beach

 

Op dag 2 van mijn verblijf verken ik de zuidkant van het eiland. Die is totaal anders dan de heuvelachtige noordkant. Want het zuiden is vlak. Ik volg de kustweg en spot al snel in de verte immense zoutpannen die als witte piramides boven het water uitpriemen. De zoutpannen zelf zijn bedekt met een roze gloed die meteen heftig contrasteert met de turquoise kleur van de Caribische Zee aan de andere kant van de kustweg. Langsheen het parcours spot ik enkele verlaten strandjes – als Pink Beach – die vooral populair zijn als duikspots.



Aan de overkant van de zoutpannen vindt men de White Slaves, ofte een resem witte slavenhuisjes, gebouwd in 1850 voor de slaven die op de zoutvlaktes werkten. De piepkleine huisjes dienden als beschutting tegen regen en zon – al zal het op Bonaire vooral tegen de zon zijn geweest. De slavernij vormt op Bonaire overigens een zwarte pagina uit de geschiedenis. Onthutsend is het feit dat de slavernij op Bonaire pas in 1863 werd afgeschaft. Zeer laat. De hutjes werden naar het schijnt nooit bewoond, en waren vooral bedoeld als propaganda. Hoe dan ook, de hutjes – en vooral de benepenheid ervan – maken een diepe indruk op mij.

 

Ietsje verderop spot ik in de verte een paar tientallen kitesurfers. Weet; Bonaire is een topbestemming voor surfers, kitesurfers en andere waterratten… en ieder heeft zo zijn eigen strand. Atlantis Beach is dé kitesurfspot. Wie dit wenst, die kan hier een kitesurfstage volgen, of gewoon materiaal huren.

 

Via de Willemstoren – de oudste vuurtoren op Bonaire – rijd ik verder door richting Lac Bay en Sorobon Beach. Het iconische Sorobon Beach bevindt zich aan de zuidoostkust van Bonaire, in vogelvlucht hooguit tien kilometer van het historische centrum van de hoofdstad Kralendijk.

 

Sorobon Beach ligt aan Lac Bay, een immense lagune (een ondiepe baai, dus) van nagenoeg 700 hectare groot die wordt gebezigd als surfparadijs. De immer windrijke baai is nergens dieper dan 1 meter, en om die reden perfect geschikt als veilige surfspot. Ik neem een duik in het groenblauwe water, en word meteen verrast door de warmte ervan. Die voelt lauw aan, net alsof ik in een verwarmd zwembad stap. Heerlijk gewoon. Zwemmen gaat hier ietwat moeilijk. Het water is gewoon net een ietsje te ondiep. Maar laat dit de pret niet drukken.

 

Luieren in de Hang Out Bar

 

Sorobon Beach telt enkele bars en restaurants, met de Hang Out Bar als meest populaire. En meest chille. Ik nestel me in de schaduw met een pintje, en bestel me een ‘catch of the day. Een gegrilde barracuda, zo blijkt later.

 

Ondertussen is het voluit genieten van het uitzicht; een uitgestrekte waterplas vol met surfende beachboys en beachgirls. Sommigen snijden daarbij in sneltreinvaart over het water, bij anderen gaat het op het eerste gezicht een stuk moeizamer.

 


Ik blijf langer dan voorzien hangen in de Hang Out Bar, waardoor ik bijna mijn afspraak in de Donkey Sanctuary mis, een park waar maar liefst 800 verwaarloosde ezels een thuis vonden. Die lopen verspreid rond over een uitgestrekt terrein.

 

Bij een bezoek aan de Donkey Sanctuary rijd je via een slakkengangetje doorheen het park, waarbij je voortdurend net niet omsingeld wordt door een span nieuwsgierige ezels. Je mag de dieren voederen en zelfs aaien, al gaan sommige ezels daarbij naar mijn zin net een ietsje te familiair met mij om. Lees; de natte tongen vliegen in het rond, waardoor mijn broek achteraf vol speeksel zit. Maar, hey; mij hoor je niet klagen, want die broek verdwijnt nadien gewoon in de wasmachine.

 

De Queens Highway

 

Noordwaarts lopen er twee wegen; eentje langs de kust, en een ander via het binnenland. Ik besluit de kustweg te volgen, dit richting Ricon, de vroegere hoofdstad van Bonaire.

 

De Queens Highway loopt vanaf de hoofdstad Kralendijk richting Rincon en slingert zich als een krolse kat langs de kustlijn. De weg is smal, maar best goed berijdbaar. De vergezichten zijn andermaal fantastisch. De ene keer rijd ik parallel met het water, de andere keer kijk ik vanaf een plateau richting waterkant. Onderweg passeer ik diverse strandzones. Verwacht wel geen zandstranden als op Curaçao of Aruba, want die zijn zeldzaam op Bonaire.  

 

Een van de beste stranden/duikspots op Bonaire is 1000 Steps. De naam spreekt voor zich; want het water is enkel bereikbaar via een steile trap vanaf de kustweg richting strand. Duizend treden is sterk overdreven, al doet de klim naar boven me achteraf wel serieus naar adem happen. Maar niet getreurd;  eerst verwen ik mezelf met een duik in het heldere water.

 

Vanaf 1000 Steps gaat de weg slechts een richting uit. Daar waar de kustweg ophoudt, duikt het Gotomeer op, een zoutmeer dat druk wordt gefrequenteerd door roze flamingo’s. Ik blijf op veilige afstand, want heb geen zin om de flamingo’s in hun natuurlijke habitat te storen.

 

Het Gotomeer vormt de grens met het Washington Slagbaai National Park. Dat natuurpark heb ik op mijn eerste dag al afgevinkt van mijn ‘to do’-lijstje. Daarom rijd ik spoorslags door naar Rincon, de vroegere hoofdstad van Bonaire. Lunchen doe ik die middag in de Posada Para Mira, een gezellige lunchstek aan de rand van Rincon, en populair bij de lokale bevolking. En waar lokalen komen lunchen, daar kan het niet slecht zijn, maak ik bij mezelf de bemerking.

 

Rincon zelf bevindt zich in een dal, en is de oudste stad op Bonaire. Het was hier dat de eerste Europeanen zich in de 16de eeuw vestigden om uit het zicht van zeerovers en piraten te blijven. De eerste Europeanen waren trouwens Spanjaarden, want het waren zij die Bonaire ontdekten. Na de lunch wandel ik wat rond in Rincon, waarbij ik de Cadushy Distillerie en passant meepik. In de Cadushy Distillerie stookt men zowaar een zoete likeur uit cactussappen. Eigen aan de Caraïben, wordt hier tevens een eigen rum en whisky geproduceerd. De whisky en de rum laat ik mij gewillig smaken, de likeur is een ietsje te zoet, naar mijn smaak.

 

Landzeilen, maar ook e-mountainbiken

 

De morgenstond heeft goud in de mond. Toch deze ochtend, want ik word al om 7 uur 30 aan mijn hotel opgewacht door Jarne, de sympathieke eigenaar van de FX Bonaire Kiteschool, maar tevens de trotse bezitter van een klein legertje huurmountainbikes. Jarne heeft voor mij een parcours van nagenoeg een 35-tal kilometer uitgestippeld. Voornamelijk off-road. Geen probleem, want ik krijg een Giant Talon E onder mijn kont geduwd, een elektrische mountainbike die moeiteloos de steilste hellingen overwint. Dat is maar best ook, want de weg klimt en daalt dat het een lieve lust is, terwijl het parcours bezaaid ligt met steengruis en andere diepe putten. Terugkeren doen we via de Queens Highway.

 

Na een douche vertrek ik met mijn pick-up terug richting noordkant van het eiland. Net voor Rincon ga ik namelijk landzeilen, dit op een parcours dat een beetje aan een mini F1-circuit doet denken. Of een kartingpiste. Denk bij landzeilen aan de strandzeilwagens die bij laag water – en voldoende wind – op het strand van De Panne worden gebezigd. Het principe is net hetzelfde. Na een korte briefing word ik met een stel gelijkgestemde zielen losgelaten op onze ‘machines’. Klonk de briefing op het eerste zicht wat ingewikkeld, dan scheur ik na een paar opwarmrondjes als een geoefende F-1 piloot door de bochten. De immer aanwezige wind zorgt voor voldoende snelheid, waarbij ik er een spel van maak om mijn bochten zo scherp mogelijk af te snijden. Een reuze leuke activiteit, zoveel is zeker.



Een watersportdag

 

Ik stipte het al hierboven aan, maar Bonaire is een watersportparadijs. Bij Port Bonaire scheep ik de volgende ochtend in voor een bootduik met Dive Friends. Er was in alle eerlijkheid een First Dive voor mij voorzien, maar een opspelende rug beslist er in laatste instantie anders over. Weinig erg. Ik vaar mee, en beperk me tot twee snorkeltrips, dit terwijl de rest van het gezelschap al duikend de fascinerende onderwaterwereld omheen Bonaire ontdekt. Vanop een afstand valt mij meteen de professionaliteit van het team op – hier geen losse stijl, maar een strakke aanpak. Zo hoort het ook.

 

Nog meer cruiseplezier later die dag, want in de namiddag staat er een catamarantocht ingepland. Deze keer verloopt alles een ietsje chiller. Vanuit Nautica Marina – gelegen in het centrum van Kralendijk – scheep ik in op een catamaran van Epic Tours Bonaire. Deze keer bestaat mijn gezelschap niet uit een stel duikers, maar uit een bont gezelschap toeristen die gewoon op zoek zijn naar een leuke namiddag snorkelen en zonnen, en ondertussen en passant verwend worden met een verfijnd viergangendiner. Meer moet dat niet zijn, zou ik zo opnieuw durven opmerken. Ik zoek me op het bovendek een plekje in de schaduw, en geniet al nippend van een glaasje witte wijn van de kustlijn van Bonaire. De eerste snorkelstop is voorzien voor de kust van Klein Bonaire, de tweede stop ergens langs de noordkant van het eiland. Tussendoor is het genieten van cava en andere lekkere drankjes en gegrilde hapjes.

 

Time flies when you’re having fun

 

Mooie liedjes blijven niet duren. Mijn terugvlucht staat om 20 uur ingepland, waardoor ik op mijn laatste dag eindelijk over wat vrije tijd beschik. Hoewel. Want ik boek in de voormiddag een gegidste tour door Kralendijk met een Nederlandstalige gids. Nederlands is de officiële taal op Bonaire, al spreken de meeste lokalen tevens Engels. Gids van dienst is Jason, een humoristische historicus die me meeneemt op een twee uur durende wandeltocht doorheen het centrum van Kralendijk, en me en passant ‘volpropt’ met een overdaad aan historische feitjes, roddels en andere interessante weetjes. Het centrum is klein, maar gezegend met tal van historische gebouwen en hoeken en kantjes. Interessant, zoveel is zeker.

 

Ik sluit mijn reis af met een bezoek aan mijn favoriete bar, de Hang Out Bar op Sorobon Beach. Kwestie van een goede fond te leggen voor de terugvlucht. Geen alcoholfond, maar wel een stevige dubbele hamburger als appetizer. Want in alle eerlijkheid; die vliegtuigmaaltijden in Economy zijn echt niet te vreten. Sorry.

 

Praktische info:

 

Meer info:

 

De toeristenbelasting op Bonaire bedraagt 75 dollar. Deze toeristenbelasting wordt geïnvesteerd in onderwijs, infrastructuur, toeristische ontwikkeling en duurzaamheidsinitiatieven op het eiland.

 

Voor Bonaire is een internationale reispas vereist.

 

Ik vloog met KLM naar Bonaire. KLM vliegt dagelijks – via Aruba of Curaçao – op Bonaire: www.klm.com

 

Kitesurfen en/of e-mountainbiken: www.bonairekiteschool.com

 

Huurauto: Pickup Huren Bonaire: www.pickuphurenbonaire.com

 

Dive Friends (voor duikers): www.divefriendsbonaire.com

 

Epic Tours Bonaire (voor de catamaran-tocht): www.epictoursbonaire.com

 

 

 

Ik sliep in twee hotels, het Bamboo Bonaire Boutique hotel en het Boutique Hotel Sonrisa.



Het Bamboo Bonaire Boutique Resort is gesitueerd op een kattensprong van het centrum van Kralendijk en op een steenworp van de Caribische Zee. Het hotel is gelegen in een tropische tuin. Hier geen kamers, maar charmante chalets met een ruim terras. Sommige chalets hebben ook een openluchtdouche, BBQ-faciliteiten en een hot tub in de volledig omzoomde privé achtertuin. Met CHEFS telt het hotel een van de meest exclusieve restaurants van Bonaire.

 

Duikers beschikken er over verschillende ijstanks voor duikuitrustingen en openluchtdouches. CHEFS presenteert ook iedere ochtend een luxeontbijt.

 

Meer info:

 


 

Het Adults Only Boutique Hotel Sonrisa is een kleinschalig hotel dat ‘slaap, drive & dive’ faciliteiten met een persoonlijk tintje presenteert. Het complex bevat een gezellig zwembad, mooi ingekapseld in een groene tuinoase. Iedere ochtend wordt door de eigenaars een ruim ontbijtbuffet gepresenteerd. Ter plaatse vindt men duiktanks (met gratis Nitrox-upgrade), net als spoel en opslagfaciliteiten voor duikuitrusting. Men kan er tevens duik- en snorkelmateriaal huren. Ook dit hotel bevindt zich in de buitenwijken omheen Kralendijk.

 

Meer info:

 

Igor Vandenberghe

 

 

 

 

 

Recente blogposts

Alles weergeven

Yorumlar


bottom of page